Behandelingen » Bewegingsrichtlijn jonge honden-puppie's

 

 

RICHTLIJN VOOR DE ONTWIKKELING VAN HET BEWEGINGSAPPARAAT BIJ JONGE HONDEN

Tot op heden is er ten aanzien van het bewegingsadvies voor pups aan eigenaren geen eenduidigheid. Nu is er een eerste leidraad opgezet door dit artikel: Tijdschrift dier.en.arts nov 2014 ,dhr.M.Nijland,Drs.S.W.Schukking,Dr.Luc A.A.Janssens, waarvan ik hier een korte samenvatting van heb gemaakt. Voor het volledige artikel verwijs ik naar de betreffende auteurs

De veelgehoorde regel "vijf minuten beweging per levensmaand" is in de literatuur niet te achterhalen. De waarde is dan ook onduidelijk en niet wetenschappelijk onderbouwd.
Veel jonge honden hebben behoefte aan meer beweging en kunnen dit vaak ook echt aan.

Jonge pups vanaf twee tot en met acht maanden

Een jonge pup mag 4 – 5 maal daags wandelen. De duur van de wandeling mag 10 minuten per wandeling per maand leeftijd zijn. Dit betekent dat een pup van 3 maanden leeftijd tot 30 minuten per wandeling mag lopen. Indien de pup eerdere uitingen geeft van vermoeidheid (verminderde alertheid zoals het trager reageren op de naam en /of bekende commando's, gaan zitten of liggen, stress signalen, aangeven van pijn of mankheid, verlies van coördinatie, hijgen, achterblijven tijdens de wandeling) moet er eerder worden gestopt.

Wanneer pups met elkaar stoeien is het van belang dat ze van ongeveer gelijke grootte en gewicht zijn. Het combineren van een erg grote pup met een erg kleine geeft soms aanleiding tot onhandigheidsongevallen waarbij kleine pups zelfs fracturen kunnen oplopen. Spelen en stoeien met andere pups gaat vaak erg wild. Dit overschrijdt de grenzen van de fysiologische belastbaarheid van veel pups. Stoeipartijen leiden soms tot kreupelheid. Het heeft de voorkeur volgens de auteurs om pups met sociale, niet te drukke, volwassen honden te laten spelen. Dit draagt tevens bij aan de ontwikkeling van normaal sociaal gedrag en vermindert de kans op blessures. Tevens moet worden gelet op de ondergrond waarop pups stoeien. Hiervoor is een zachte gras- of bosbodem zonder kuilen en obstakels de beste optie.

In verband met het risico op verwondingen aan de keel moet het spelen met stokken worden afgeraden.
Spelen met een bal kan worden gestimuleerd door de pup hiernaar te laten zoeken in bijvoorbeeld hoog gras. Het op hoge snelheid achter ballen aan rennen en plotseling remmen is te belastend voor de hond.

Coördinatietraining betekent vooral dat pups moeten leren onder wisselende omstandigheden te lopen in alle gangen en daarmee leren zich aan te passen aan de omstandigheden. Daarom is het goed om te wandelen op wisselend terrein, waaronder gebieden met hoog gras, bos of los zand. Het voordeel van deze terreinsoorten is dat de bewegingssnelheid noodgedwongen laag blijft. Richtlijn is dan 10 minuten per levensmaand, waarbij het wandelen over moeilijk en vlak terrein afgewisseld dient te worden. Dergelijke wandelingen mogen maximaal 4x per dag worden gemaakt! Indien signalen van vermoeidheid(zie hierboven) worden opgemerkt, dient de wandeling te worden ingekort met vijf minuten per levensmaand, waarna deze in de loop van de volgende 2 weken weer voorzichtig kan worden opgebouwd.

Traplopen is geen bezwaar voor jonge honden mits dit rustig en aangelijnd gebeurd. Dit moet pups vooraf aangeleerd worden. Pups zijn in staat traptreden stappend ( en dus niet springend!) te nemen als deze lager zijn dan de ellebooghoogte van de pup. Pups van kleine rassen kunnen gemakkelijk gedragen worden.

(Tevens kan worden gestart met balanstrainingen, bijvoorbeeld op balken lopen, maar heeft de voorkeur dit onder begeleiding van een goed geschoolde en ervaren instructeur aan te leren)

De oudere pup vanaf negen tot en met twaalf maanden

Op de leeftijd van 10 maanden zijn de meeste groeilijnen gesloten en is de snelle groei van de pup achter de rug. De pup heeft dan ongeveer 80-85% van het volwassen gewicht bereikt.
Vanaf deze leeftijd kan er worden gestart met een fietsprogramma waarin de hond het lopen naast de fiets kan leren. De eerste fietstrainingen bestaan uit het netjes meewandelen naast de fiets, waarbij de eigenaar zelf ook wandelt met de fiets aan de hand. Vervolgens kan het lopen vanaf enkele minuten worden opgebouwd naar ongeveer dertig minuten aan het eind van de twaalf maanden leeftijd. De aanvangssnelheid is een ontspannen draf, die afhankelijk van de grootte en lichaamsbouw van het ras, varieert van 8-14 km/u

Is de hond in goede gezondheid en conditie, dan kan na de leeftijd van een jaar worden gestart met sportactiviteiten.

Bij twijfel is het raadzaam contact met de dierenarts of dierfysiotherapeut op te nemen.